Genootschap Onze Taal, het Witte boekje, pannenkoek, pannekoek

Ik kan niet spellen! Ik ben dyslectisch. Op mijn ‘Lagere’ school (in de vijftiger jaren van de vorige eeuw!) was dat onvergeeflijk; het betekende voor je onderwijzeres dat je dus niet hard genoeg je best deed om de regels te leren of dat je dom was. Waarschijnlijk beide. Ondanks dat ik niet kon spellen heb ik het toch nog ver gebracht in het leven! De levenslange handicap van niet kunnen spellen heeft wel de fascinatie voor (correcte) spelling bij mij wakker geschut. Dus met heel veel gretigheid het nieuwe (kleine, zakformaat) boekje van Wim Daniëls open geslagen: “Snelspelwijzer van Onze Taal“. Hier mijn verslag.

Spelwijzergids Onze Taal, Wim Daniëls, omslagOm maar gelijk met de deur in huis te vallen: als je de spellingsregels moet kennen of wilt toepassen dan is het zojuist verschenen boekje “Snelspelwijzer – Onze Taal – De spellingsregels in zakformaat” geschreven door Wim Daniëls (uitgave van Het Spectrum) een handig en overzichtelijk naslagwerkje om wijs te worden in de spellingsregels. En vooral zicht te krijgen op de vele uitzonderingen op die regels. In ieder geval een stuk overzichtelijker dan de door de regering in 2005 afgekondigde wetgeving met bijbehorende regels en woordenlijst (Het Groene Boekje).

De tekst van deze Snelspelwijzer is grotendeels gebaseerd op de tekst ‘Spellingsregels’ uit 1998 (maar nog begrijpelijker en ook nog korter geformuleerd!

) uit het zogenaamde alternatief voor het Groene Boekje: “Het Witte Boekje” (Spellingsgids van het Nederlands) met voor sommige woorden een afwijkende spelling. Het witte boekje wordt door veel (kranten)uitgevers toegepast.

Spelwijzergids Onze Taal, Wim Daniëls, inhoudsopgaveHet kleine boekje met 140 pagina’s is ingedeeld in 14 hoofdstukken via welke je snel komt bij het onderwerp dat je wil weten. De tekst is verder verdeeld in 91 paragrafen. Er is geen index, dus als naslagwerkje moet je via de hoofdstuktitels en het ‘scannen’ van de paragraaf titels proberen bij je onderwerp te komen. Dat werkt overigens vrij snel. De tekst is heel leesbaar, uiteraard binnen de grenzen van de moeilijke materie verborgen in heel veel taalkundige termen die voor (laat ik eens conservatief schatten) voor 60% van de Nederlanders niets betekenen. Ik noem er maar een paar: klankgroepen, dubbelzetters, letterdief, sisklanken, accent aigu, cedille, apostrof, bezitsvorm, eenwoord, soortnamen, klinkerbotsing, gelijkwaardige delen, weglatingsstreepje, vervoegingen, verbuigingen, voltooid deelwoord, stam, deelwoord, verbuigings-e, zelfstandig gebruik, overtreffende trap, bijzin, betekeniskomma, aangesproken persoon, bijvoeglijk naamwoord, gedachtepuntjes, … 

Voor taalkundigen en introverte mensen ver in de rechter helft van de Bell-curve die op school hebben opgelet en het hebben onthouden misschien begrijpelijke termen, maar voor de meeste mensen die schrijven en dus spellen nietszeggende begrippen. Het is op deze misvatting dat onze spellingsregels zijn gebaseerd en – toegegeven – door de schrijver Daniëls helder verwoord. Daar zal het volgens de-wet-kunnen-spellen niet aan gelegen hebben!

Spelwijzergids Onze Taal, Wim Daniëls, streepjes

Hoe bizar ingewikkeld – met uitzondering op uitzondering en grote inconsequenties in de regels zelf – de regels ook zijn, het is nuttig, best onderhoudend en leerzaam al die 90 paragrafen van de Snelspelwijzer gewoon een keer weer te lezen. In ieder geval zouden leerlingen dat tijdens hun schooltijd een keer moeten doen. Dus Trotse Vaders, kopen dit boekje voor €6 en aan je zonen en dochters geven en dan zelf ook nog even lezen op een regenachtige zondag.

Spelwijzergids Onze Taal, Wim Daniëls, los of aan elkaar spellen

Zonder afbreuk te willen doen aan de zeer geslaagde poging van Daniëls om de regels zo helder mogelijk te formulieren, zijn bijvoorbeeld de teksten over “aan-elkaar of los-schrijven” (Hoofdstuk VIII), “Windrichtingen in een naam” (paragraaf 35b), “Streepje” (Hoofdstuk IX), en natuurlijk “Tussen-en en tussen-e in samenstellingen” (paragraaf 69) bijna lachwekkend. En spelling en spellingsregels is  vaak onderwerp van venijnige controverse (“pannenkoek” of “pannekoek”) dat het vatten van de Nederlandse spelling in regels tot een nutteloze aangelegenheid maakt.
Besluit spellingsvoorschriften 2005Daarmee komen ook de ferme woorden van Tweede-Kamerleden en ministers over de belang dat onze kinderen foutloos volgens de regels moeten kunnen spellen, en daar testen voor moeten doen, in een wat schijnheilig daglicht te staan: want al die dappere politici kunnen onmogelijk de regels zelf kennen of toepassen en hebben waarschijnlijk niet te tijd en rust om de wettelijke regels opgesteld door taalkundigen te lezen en te begrijpen.

Het is gewoon martelen om leerlingen deze regels te laten leren en te laten toepassen. Het is ook zonde van de tijd en de inspanning. Want spellingsregels doen er natuurlijk helemaal niet toe en het opstellen van regels is ook gebaseerd op de verkeerde veronderstelling hoe mensen een taal leren en dat weten op te schrijven.

Spelwijzergids Onze Taal, Wim Daniëls, windrichtingen

De enige manier om te “leren” spellen (en van nature genormaliseerde spelling) is heel veel lezen. Dan leert men de woorden (in welke uitzonderingsvorm en regel dan ook) gewoon te spellen, en er is een onderliggende noodzaak om spelling enigszins als vanzelfsprekend te normaliseren, anders wordt je gewoon niet goed begrepen. Maar heb ook geen illusie – anders dan taalpuristen die op tilt raken van een verkeerd gespeld woord – dat ook maar iemand ‘pannekoek’ (volgens de regels nu verkeerd gespeld) niet zou begrijpen, en het überhaupt opvalt dat het met of zonder tussen-n wordt geschreven. Iemand die deze visie heel goed heeft verwoord is Marc van Oostendorp in zijn artikel “laat de spelling maar aan ons over

Spelwijzergids Onze Taal, Wim Daniëls, tussen-en

Daarbij komt dat voor de meeste spellings’fouten’ (voor zo ver de spelling van een woord niet context gevoelig zijn) nu de spellingcorrectors in computers ons behoeden. En anders ze gewoon (online) in een woordenboek of Wikipedea voor (aardrijkskundige) eigennamen.

Dat terzijde is de Snelspelwijzer echt een boekje wat je met meerdere exemplaren tegelijk zou moeten bestellen: cadeautjes voor je kinderen, voor je partner, een exemplaar voor op het toilet en één bij je werkplek. Leuk om door te bladeren, leerzaam, en snel te pakken bij twijfel!

Bij bol.com is het boekje ‘Snelspelwijzer‘  te bestellen voor 5,99 euro:

Het “Witte Boekje”:

Het Groene boekje:

Share