Naast Sint Nicolaas is er nog een andere Sint. Op 11 november wordt het feest van de heilige Martinus, bisschop van Tours gevierd, beter bekend als Sint Maarten. In de avond van 11 november gaan kinderen langs de deuren. De kinderen dragen lampionnen met lichtjes en zingen Sint Maartenliedjes in ruil voor snoep, fruit of geld.
De heilige Sint Maarten
Martinus werd geboren in Sabria, Hongarije, in het jaar 316. Hij was de zoon van een Romeinse magistraat. Er is een beroemd verhaal dat hij bij de stadspoort van Amiens een naakte bedelaar ontmoette die hem om Christus’ wil een aalmoes vroeg. Hij scheurde zijn mantel in tweeën en gaf de bedelaar de helft ervan. In de nacht daaropvolgend zou Martinus Christus zelf hebben gezien, bekleed met deze mantelhelft. Op 18-jarige leeftijd werd hij gedoopt en later ook in de geestelijke stand opgenomen. Omstreeks 360 is Martinus kluizenaar ten zuiden van de stad Poitiers geworden Hij kreeg veel volgelingen, zodat hier in 361 het eerste klooster op Franse bodem ontstond. In 371 werd Martinus door het volk tot bisschop van Tours gekozen. Hij bleef zijn monnikenleven voortzetten, stichtte omstreeks 375 in Tours een klooster en werkte samen met zijn kloosterlingen aan de verkondiging van het christendom in Frankrijk. Op 11 november 398 stierf Martinus.
Martinitoren
In Frankrijk zijn duizenden kerken aan hem gewijd. De St. Martinusbasiliek in Tours werd een nationaal heiligdom. In Nederland is Martinus onder andere de patroon van de steden Utrecht en Groningen, de Martinitoren.
Lampionnentocht
Sint-Maarten wordt niet overal op dezelfde wijze gevierd. In sommige plaatsen worden optochten georganiseerd, in andere plaatsen zijn er vreugdevuren. Zeer algemeen is de lampionnentocht. De kinderen maken lampionnen of hollen pompoenen uit met daarin een lichtje. Vaak wordt dit op school gemaakt. Met deze lampionnen gaan de kinderen langs de deuren. En zingen ze Sint-Maartenliedjes.
Sint Maartenliedjes
Sint Maarten, Sint Maarten
de koeien hebben staarten…
de meisjes hebben rokjes aan
daar komt Sinte Maarten aan
Hier bestaan vele varianten op:
Sinte, sinte Maarten
De koeien hebben staarten,
De varkens hebben oren,
Daar zijn ze mee geboren.
Hier woont een rijke man,
Die ons vast wat geven kan,
Geef een appel of een peer,
We komen ’t hele jaar niet meer.
Sint Maarten, Sint Maarten,
de meisjes hebben staarten,
de koeien hebben rokjes aan,
daar komt Sint Maarten aan.
Sint Maarten, Sint Maarten,
er waren twee tomaten,
de ene heeft een petje op,
de ander heeft een kale kop.
Sinte Maarten Mikmak,
Mijn moeder kijkt naar TikTak
Mijn vader kijkt naar Sesamstraat
Dat is wel een snoepje waard.
En voor als de mensen niets geven:
Hier woont juffrouw Kikkerbil
die ons nooit iets geven wil
Hier woont meneer Apenkop
Die eet alles zelf op
Spottend:
Sinte Maarten mikmak,
m’n vader is een dikzak,
m’n moeder is een dunnetje,
geef me een pepermunnetje.
Pepermunnetje lus ik niet geef me dan een suikerpiet,
suikerpiet met honing, morgen word ik koning!!
Koning wil ik niet zijn geef me dan een glaasje wijn.
Glaasje wijn met bieten morgen krijg ik visite!!!!
Regionaal:
Op de wijs van: Daar was laatst een meisje loos
Elf november is de dag
dat mijn lichtje
dat mijn lichtje
Elf november is de dag
dat mijn lichtje branden mag
Noord Holland
Sinte Maarten had een koe,
die moest naar de slager toe.
Was ze vet of mager,
zij moest naar de slager.
Groningen
Mien lutje lanteern,
ik zai die zo geern,
doe daanst deur de stroaten
dat kist ja nait loaten
Mien lutje lanteern,
ik zai die zo geern
Mijn kleine lantaarn
Ik zie jou zo graag
Je danst door de straten
Dat kun je niet laten
Venlo
Sinter Mertes veugelke,
haet ein roëd keugelke.
Haet ein blauw stertje,
hoepsa Sinter Mertes.
Vandaag is ’t Sinter Mertes,
morrege Sinter Krökke.
Dan kòmme die gooje herte,
die hadde zo gaer ein stökske.
Höltje op ein törrefke,
Sinter Mertes körrefke.
Hölt, hölt, hölt,
en ’s winters is ’t kald.
Hoera, hoera, waat hebbe de boere ein laeve,
hoera, hoera, waat hebbe de boere ein pret.
Mieke de woep zoot op de stoep,
en leet der eine vleege.
Mieke de woep zoot op de stoep,
en leet der eine goan.
Hoera, hoera, waat hebbe de boere ein laeve,
hoera, hoera, waat hebbe de boere ein pret.