Met een kind in groep 3 kreeg ik te maken met een heel nieuw fenomeen: hakken en plakken. Waar ik destijds in de eerste klas nog woordjes ging leren “boom, roos, vis, vuur, mus en pim” en mijn ouders nog met een leesplankje “aap, noot, mies” aan de slag gingen, zitten de kinderen tegenwoordig te klappen om woorden in lettergrepen te verdelen. En nu dus ‘hakken en plakken’….
Hakken en plakken is eigenlijk spellen. Maar dan niet in letters, maar in klankgroepen, zo heb ik me braaf laten uitleggen tijdens een informatie avond op school waar ouders op mini-stoeltjes allemaal netjes meededen met juf, die enthousiast “buh – oooh – mmm” hakte met twee handen tegen elkaar, en toen dit stapeltje klanken in één keer wegveegde onder het enthousiast uitroepen van “boom!”
Tja… ik weet het niet hoor. Ik denk dat alle methodes uiteindelijk wel zullen leiden tot een kind wat zelfstandig kan lezen. Maar dat ‘hakken en plakken’? Ik kan het enthousiasme van juf niet delen. Toch wordt van me verwacht dat ik thuis met mijn kind oefen. Ja, en als juf dat zegt….
Dus in de auto zit ik braaf: “sss – oe -puh” te zeggen. En achterin roept iemand trots “kaas!“. Ik denk dat het zelfstandig lezen nog even duurt…… Gelukkig vind ik voorlezen wèl leuk!