In tegenstelling tot de eicellen bij de vrouw vermenigvuldigen de spermacellen van de man. Dit zorgt er voor dat deze steeds een beetje minder goed worden. Dit zie je ook bij het kind weer terug. Oudere vaders krijgen dan ook kinderen met meer genetische veranderingen dan de mannen die al vroeger aan kinderen beginnen. Volgens wetenschappers uit IJsland, Groot-Brittannië en Denemarken kunnen deze genetische veranderingen leiden tot ziektes bij het kind.
Dit onderzoek is gedaan omdat steeds meer mannen op latere leeftijd kinderen blijken krijgen. In 1980 lag de gemiddelde leeftijd waarop mannen kinderen kregen rond de 28 jaar, nu is dat rond de 30 jaar. Hierdoor is het aantal mutaties in het genetische materiaal van de kinderen deze periode gestegen van 60 naar 70.